Geluidsmeting installatiegeluid bouwbesluit

Sound advice Tel: 0182-351373

Geluidsmetingen ingevolge het Bouwbesluit voor installatiegeluid

Ons bureau verricht in het kader van de oplevering van bouwprojecten of in het geval van geluidklachten van bewoners, geluidsmetingen aan installatiegeluid volgens de Nederlandse norm NEN-5077. De geluidsmetingen worden verricht met gekalibreerde precisie geluidsmeet- en registratie apparatuur.

Bij geluidsmetingen aan installaties voor het bepalen van installatiegeluid in gebouwen moeten we onderscheid maken tussen stationaire geluidsbronnen zoals ventilatie-systemen en geluidsbronnen met een fluctuerend karakter. Bij stationaire geluidsbronnen wordt het Leq per octaafband bepaald en bij fluctuerende geluidbronnen het Lmax per octaafband op meterstand “Slow” of op meterstand “Maximum-hold” gedurende de werkingscyclus van de geluidbron. De exacte meetmethode is beschreven in de NEN-EN-ISO 16032. Het geluiddrukniveau wordt gemeten op drie microfoon posities, één positie in de hoek van de ruimte en twee posities in het nagalmveld (midden in de ruimte). De betreffende hoek die gekozen wordt, dient de hoek te betreffen met het hoogste C-gewogen geluidsniveau.

De verwerking van stoorgeluid en bepaling van de nagalmtijd vindt op de eveneens plaats conform de NEN 5077 en de NEN-EN-ISO 16032. Bij geluidsmetingen van installatiegeluiden moeten alle ventilatie voorzieningen die zijn aangebracht in de meetruimte in een zodanige stand worden geplaatst dat aan de ventilatie-norm wordt voldaan. Het maximale geluidniveau vanwege installaties moet worden bepaald tijdens een normale werkingscyclus onder representatieve bedrijfssituaties van de betreffende installatie.

Hieronder vindt u een overzicht van aandachtspunten bij het verrichten van geluidsmetingen bij installatiegeluid volgens de NEN 5077.

Condities voor het verrichten van geluidsmetingen aan installaties:

  • Waterdruk – de tijdens de metingen heersende waterdruk, bij drukvariaties in het net zijn de meetresultaten bij de hoogste waterdruk maatgevend;
  • Waterdebiet/druk – de metingen worden verricht bij maximale waarden van het waterdebiet en waterdruk die in het verwarmingssysteem kunnen optreden;
  • Luchtdebiet CV – de metingen worden verricht bij maximale luchtverwarming waarden van het luchtdebiet die in het verwarmingssysteem kan optreden;
  • Luchtdebiet – de metingen worden verricht bij een ventilatiesysteem. Zodanige instelling van het ventilatiesysteem dat aan de eisen volgens de bouwvoorschriften (Bouwbesluit) wordt voldaan;
  • Belasting liften – de metingen worden verricht bij onbelaste lift.

Werkingscyclussen tijdens het verrichten van geluidsmetingen aan installaties:

  1. Toilet – doorspoelen en vullen van reservoir;
  2. Enkele kraan – langzaam volledig openen en sluiten;
  3. Mengkraan – langzaam volledig openen van warmwatertoevoer – dito van de koudwatertoevoer langzaam sluiten warmwater -langzaam sluiten koudwatertoevoer;
  4. Therm.mengkraan – langzaam volledig openen van de toevoer bij middelste stand van de temperatuurregelaar – langzaam regelen naar koudste stand – langzaam bijregelen naar warmste stand – langzaam sluiten van de toevoer;
  5. Bad – bediening badkranen als hierboven bij open afvoer;
  6. Douche – als bij bad, waarbij de douchekop op de hoogste positie wordt geplaatst, gericht naar de vloer;
  7. Boiler c.q. – aanslaan van verwarming – werken op volle geiser last – afslaan;
  8. Hydrofoor – aanslaan – werken op vollast -afslaan
  9. CV-water – aanslaan vanuit geheel afgekoelde toestand – werken op vollast – langzaam openen en sluiten van radiatorkranen in de beschouwde verblijfsruimte – afslaan;
  10. CV-lucht – aanslaan vanuit geheel afgekoelde toestand – werken op vollast – langzaam openen en sluiten van eventuele luchtregelkleppen in de toe- en afvoerroosters en in luchtbypasssystemen in de beschouwde verblijfsruimte- afslaan.
Installatie lawaai

Installatie geluid